Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is een belangrijk onderdeel van de Omgevingswet, bedoeld ter vervanging van het Bouwbesluit 2012. Het Bbl omvat overheidsvoorschriften op het gebied van veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid van gebouwen. Het omvat eisen voor verschillende activiteiten die verband houden met bouwen en slopen, zoals de technische bouwactiviteit, omgevingsplanactiviteit, brandveilig gebruik van bouwwerken, vernietigingsactiviteit en het mobiel breken van bouw- en sloopafval. De regels gelden voor iedereen die activiteiten in de fysieke leefomgeving ontplooit, ongeacht of er een melding of vergunning nodig is. Deze voorschriften zijn primair ontleend aan de Woningwet en het Bouwbesluit 2012 samen met andere voorschriften zoals die uit het Besluit energieprestatie gebouwen en het Besluit omgevingsrecht en enkele richtlijnen uit het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit uitgebreide besluit dient om te zorgen voor een optimale leefomgeving met veilige bouwmaterialen en -methoden die prioriteit geven aan zowel de volksgezondheid als de bescherming van het milieu.

Opleidingen

In onderstaande opleidingen wordt uitgebreid ingegaan op brandveiligheid binnen het Besluit gebouwde omgeving (Bbl):

Omgevingswet

De omgevingswet is een wet die sinds 1 januari 2024 van kracht is in Nederland. Met deze wet worden 26 bestaande wetten en 4 algemene maatregelen van bestuur samengevoegd tot een overkoepelende wet. Het doel van de omgevingswet is om het beheer en de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving eenvoudiger en meer samenhangend te maken. Hierdoor moet het makkelijker worden om bijvoorbeeld een vergunning aan te vragen voor bouwprojecten en aanpassingen in de openbare ruimte.

Een belangrijk onderdeel van de omgevingswet is het besluit bouwen leefomgeving. Dit besluit regelt de regels en procedures voor activiteiten in de fysieke leefomgeving, zoals bouwactiviteiten en het aanleggen van wegen en watergangen. Door deze regels en procedures in één besluit vast te leggen, wordt het overzichtelijker en duidelijker voor burgers en bedrijven wat er mag en wat niet mag in de leefomgeving. Hierdoor kan er sneller en flexibeler worden ingespeeld op veranderingen en ontwikkelingen in de omgeving.

Brandveiligheid

Binnen het Besluit Bouwen en Leefomgeving (BBL) staan richtlijnen voor brandveiligheid. Zo moeten gebouwen voldoen aan bepaalde eisen voor de compartimentering van brandgevaarlijke ruimten. Daarnaast moeten er voldoende vluchtroutes aanwezig zijn en moeten brandbare materialen zoveel mogelijk worden vermeden. Ook moet er rekening worden gehouden met de brandwerendheid van de constructie en moeten er voldoende blusmiddelen aanwezig zijn. Het naleven van deze richtlijnen is van groot belang voor de veiligheid van alle gebruikers van een gebouw.

Bouwkundige eisen

Het Bbl stelt hoge eisen aan de brandveiligheid van gebouwen. Een belangrijke eis is dat de constructie van een gebouw brandwerend moet zijn tot bezwijken. Dit betekent dat het gebouw voldoende bestand moet zijn tegen de hitte en druk die vrijkomt bij een brand, zodat het niet instort. Daarnaast moet er ook aandacht besteed worden aan het beperken van de uitbreiding van brand. Dit kan door bijvoorbeeld het aanbrengen van brandwerende materialen, het creëren van compartimenten of het plaatsen van rookmelders. Verder is het van belang om de uitbreiding van de brand tot andere gebouwen te voorkomen. Dit kan door het toepassen van brandmuren of door het plaatsen van brandwerende gevels. Tot slot moeten er vluchtroutes aanwezig zijn, zodat mensen het gebouw veilig en snel kunnen verlaten bij een brand. Het Bbl schrijft voor hoe deze vluchtroutes moeten worden aangelegd en welke afmetingen ze moeten hebben. Kortom, er zijn veel eisen waar een gebouw aan moet voldoen om brandveilig te worden genoemd en het is belangrijk dat deze eisen serieus worden genomen om de veiligheid van bewoners en gebruikers te waarborgen.

Installatietechnische eisen

Volgens het Bbl zijn er strenge eisen gesteld aan de veiligheid van gebouwen, vooral in geval van calamiteiten zoals brand. Noodverlichting is verplicht gesteld om ervoor te zorgen dat mensen snel en veilig het gebouw kunnen verlaten bij stroomuitval of rookontwikkeling. Ook is het verplicht om een brandmeldinstallatie te hebben, deze installatie detecteert rook of hitte en geeft een alarm af wanneer er brand is. Een ontruimingsalarminstallatie is ook verplicht, zodat mensen snel geïnformeerd kunnen worden over de noodzaak om het gebouw te verlaten. Vluchtrouteaanduidingen zijn essentieel, zodat mensen weten waar ze heen moeten bij een calamiteit en eventuele obstakels kunnen vermijden. Brandslanghaspels zijn ook verplicht gesteld, zodat er bij kleine brandjes direct geblust kan worden en grotere branden zo snel mogelijk onder controle kunnen worden gebracht. Kortom, het Bbl stelt zeer belangrijke veiligheidseisen waar ieder gebouw aan moet voldoen.

Wie controleerd de brandveiligheid?

Brandveiligheid is van essentieel belang om de veiligheid van mensen en eigendommen te waarborgen. Om deze veiligheid te garanderen, zijn er verschillende partijen die een rol spelen in het uitvoeren van controles. Zo is de brandweer verantwoordelijk voor het handhaven van de brandveiligheid en het voorkomen van branden. Inspectieinstellingen voeren daarnaast periodieke controles uit om te controleren of gebouwen en installaties nog voldoen aan de huidige brandveiligheidsnormen. Gemeentes hebben als taak om vergunningen te verlenen voor bijvoorbeeld brandgevaarlijke evenementen en moeten erop toezien dat deze veilig worden uitgevoerd. Ten slotte spelen verzekeraars ook een rol in de controle van brandveiligheid. Zij stellen hoge eisen aan de brandveiligheid van gebouwen en installaties om risico’s te verminderen en zorgen voor schadeafhandeling bij brand. Door al deze partijen wordt er samengewerkt om de brandveiligheid te waarborgen en het risico op branden te verkleinen.

Adviseur brandveiligheid

Een brandveiligheidsadviseur is verantwoordelijk voor het beperken van de risico’s en schade die brand kan veroorzaken. Zij moeten rekening houden met regelgeving en veiligheidsnormen en deze toepassen op diverse gebouwen en locaties. Het werk omvat onder andere het uitvoeren van risicoanalyses, het opstellen van brandveiligheidsplannen en het adviseren van klanten over brandpreventie en -beheersing. Het gemiddelde salaris van een brandveiligheidsadviseur is ongeveer €3.500 tot €5.500 per maand, afhankelijk van ervaring en werkgever. Met name in de bouw- en vastgoedsector is er veel vraag naar brandveiligheidsadviseurs.